werken met de sinusregel in (niet-rechthoekige) driehoeken.
werken met gelijkvormigheid van driehoeken en de stelling van Pythagoras toepassen;
goniometrische verhoudingen sinus, cosinus en tangens toepassen;
werken met goniometrie bij hoeken die groter zijn dan .
Tussen de punten en is de weg opgebroken. Er is een omleiding via . De wegen en maken een hoek van met elkaar. De hoek tussen en is . De weg van naar is km.
Hoeveel langer is de weg naar via dan de rechtstreekse weg ?
De weg via is ongeveer km langer.
Teken de hoogtelijn .
.
en .
en .
en .
De weg via is ongeveer km langer.
Je kunt een verband afleiden tussen , , en door de hoogtelijn op twee manieren te schrijven:
In is
In is
Dit betekent: .
Dit kun je schrijven als: .
Met behulp van een andere hoogtelijn kun je ook zo'n verband tussen , , en afleiden. Hierin is en .
Dit verband tussen de hoeken en de zijden van een driehoek heet de
Gebruik de sinusregel om het volgende (reeds bekende) probleem op te lossen.
Tussen de punten en is de weg opgebroken. Er is een omleiding via . De wegen en maken een hoek van met elkaar. De hoek tussen en is . De weg van naar is 4 km.
Hoeveel langer is de weg naar via dan de rechtstreekse weg ?
geeft .
geeft .
Je loopt dus km om.
Gegeven is met cm, en . Bereken de lengte van in twee decimalen nauwkeurig.
geeft
Gegeven is met cm, en . Bereken de lengte van in twee decimalen nauwkeurig.
geeft .
De algemene afspraak voor het geven van namen aan onderdelen van driehoek is:
, en ; en , en
Nu kun je ook afleiden: . Laat dat zien.
Trek de hoogtelijn uit op . Die hoogtelijn kun je op twee manieren berekenen:
Je krijgt en dus .
Het kan zijn dat in jouw driehoek de hoogtelijn door op het verlengde van komt. Nu krijg je , maar omdat krijg je hetzelfde resultaat.
In elke noem je en is de zijde tegenover . Op dezelfde wijze doe je dit met de andere hoeken en zijden, zie figuur.
In elke geldt de
Je gebruikt hem vooral in driehoeken die geen rechte hoek hebben.
Bekijk de constructie van met , en .
Bereken de lengte van .
Merk eerst op dat .
Hieruit volgt:
In
Construeer zelf deze driehoek.
Als het goed is, heb je dezelfde figuur als in het voorbeeld.
Waarom is het voor het berekenen van de lengte van nodig om te berekenen?
Omdat je bij het toepassen van de sinusregel altijd één van de drie breuken compleet moet weten en in elke breuk een zijde en de tegenoverliggende hoek moet voorkomen.
Controleer dat inderdaad .
Merk eerst op dat .
Hieruit volgt:
Bereken de zijde waar een vraagteken bij staat.
In driehoek :
geeft , dus , ofwel .
In driehoek :
, dus .
In driehoek :
geeft dus ofwel .
In vierhoek :
De vierhoek is symmetrisch, dus het is makkelijk om hem in twee driehoeken te verdelen, waarin en , en dus .
Je kunt de sinusregel op meerdere manieren schrijven. Bijvoorbeeld ook zo: .
Bedenk nog twee manieren waarop je de sinusregel kunt schrijven.
Bijvoorbeeld of .
In deze rechthoekige driehoek kun je de lengte van berekenen met behulp van de sinusregel.
Laat zien hoe dat gaat.
geeft .
Bereken ook zonder de sinusregel te gebruiken.
geeft .
Gegeven is met , en .
Bereken en in één decimaal nauwkeurig.
geeft .
geeft .
Gegeven is met , en .
Bereken en in één decimaal nauwkeurig.
geeft en dit geeft .
( kan niet, omdat je in een driehoek werkt en dus de hoekensom gelijk is aan .)
Laat met een berekening zien dat een driehoek met , en onmogelijk is.
Met de sinusregel vind je dat en dus . Er bestaat geen die hieraan voldoet.
Bereken de zijde waar een vraagteken bij staat in twee decimalen nauwkeurig.
Figuur a:
:
geeft en dus .
geeft .
Figuur b:
:
geeft
Voor het berekenen van trek je de hoogtelijn .
en
Met en krijg je .
Figuur c:
:
geeft en dus . Nu vind je ook dat , dus (gelijkbenige driehoek).
Je wilt de afstand bepalen tussen en , maar tussen deze punten ligt een meertje. Je gaat nu als volgt te werk:
Je loopt vanuit punt m in een richting die een hoek van maakt met . Zo houd je droge voeten.
Je bent op een punt dat je noemt en meet de hoek tussen en . Die is .
Vervolgens bereken je de lengte van .
Laat met een tekening zien hoe dit in zijn werk gaat en bereken de lengte van .
geeft m
geeft m
Dit is een symmetrische kapspant, de lengte van de gegeven balk is in cm.
Bereken de lengte van balk en de afstand tussen de punten en in cm nauwkeurig.
.
Sinusregel in :
geeft cm.
.
is het snijpunt van met en is de gevraagde afstand.
geeft cm.
De afstand tussen en is ongeveer cm.
Om de positie van een bepaald punt in kaart te brengen, werkten landmeters vroeger met de sinusregel. Daartoe werden de afstanden tot vanuit bekende punten berekend. Door omcirkelen vanuit die bekende punten kon op de kaart worden aangegeven. Deze procedure heette
Stel dat en de bekende punten zijn. Ze liggen m uit elkaar. Je wilt de positie van bepalen. Je meet de hoeken en : en .
Bereken nu de lengtes van en .
m en m
geeft m
geeft m
Iemand wil de hoogte van een toren weten. Hij gaat een stuk van de toren vandaan staan en meet de hoek tussen de horizontale richting en de richting naar de spits van de toren (punt ). Deze hoek is . Dan loopt hij m verder van de toren vandaan en meet de hoek naar de top opnieuw; de nieuwe hoek is nu .
Maak een schets van deze situatie met de gegevens die bekend zijn. Ga er daarbij vanuit dat beide hoeken op m boven de grond zijn gemeten.
Bereken de hoogte van de toren in meter nauwkeurig. (Opmerking: er is een oplossing van dit probleem waarbij je de sinusregel gebruikt, maar er is ook een oplossing te bedenken waarbij dit niet hoeft. Kun je beide oplossingen vinden?)
(gestrekte hoek)
(hoekensom)
Met de sinusregel:
geeft
m
Dus de toren is ongeveer m hoog.
Andere oplossing:
schrijf
geeft
geeft
dus geeft
Dus de toren is ongeveer m hoog.

De Nederlandse meetkundige Sybrandt Hansz. Cardinael (1578–1647) bedacht een manier om de hoogte van een toren te bepalen. Je hebt er zelfs geen hoeken voor nodig. Hier zie je hoe hij te werk ging. De toren is en er ligt een spiegel op de grond in . Je zet bij een verticale stok zo, dat de top van de toren in de spiegel gezien kan worden vanuit . Vervolgens bepaal je de plaats van punt zo, dat vanuit de top juist boven de stok in het verlengde van gezien kan worden. Als je de lengtes van , en kent, kun je de hoogte van de toren berekenen.
Bereken de hoogte van de toren als , en .
en . De laatste gelijkvormigheid volgt uit en , .
Nu geldt dat en als je invult wat je weet, krijg je . Dus .
De hoogte van de toren is meter.
Bereken in de twee onderstaande figuren de lengte van het lijnstuk waar een vraagteken bij staat in twee decimalen nauwkeurig.
:
geeft en daarmee
geeft
:
geeft
Teken de hoogtelijn door .
en .
Dus .
Als je geen hoogtelijn tekent krijg je en ook .