aanzichten gebruiken bij berekeningen in ruimtelijke figuren.
de verschillende ruimtelijke basisfiguren;
gelijkvormigheid, de stelling van Pythagoras en goniometrie toepassen in ruimtelijke figuren.
Dit zijn drie aanzichten van een lichaam.
Om wat voor lichaam gaat het hier? Maak er een uitslag van en beschrijf de daarvoor noodzakelijke berekeningen.
Dit is een halve balk met als grondvlak rechthoek met en cm. Zie verder de figuur.
Je moet wel berekenen met de stelling van Pythagoras: cm.

Dit is het regelmatige zeszijdige prisma . In zo'n regelmatig lichaam zijn veel ribben en diagonalen gelijk aan elkaar. Toch blijkt daar in de figuur niet zoveel van. Als je zou gaan meten zijn , en zeker niet gelijk, dat komt door de tekening in parallelprojectie. In een parallelprojectie worden alleen even lange lijnstukken die evenwijdig lopen ook weer even lang.
Soms helpt het om dan aanzichten van een lichaam te gebruiken. Een drieaanzicht zoals dat hieronder laat het vooraanzicht, het zijaanzicht en het bovenaanzicht van het lichaam zien. Daarin zie je allerlei grensvlakken in de juiste vorm en op ware grootte.
Bekijk de Uitleg. Je ziet er een regelmatig zeszijdig prisma. Neem aan dat van het grondvlak alle zijden cm zijn en dat de opstaande ribben allemaal cm lang zijn. Op het werkblad bij deze opgave zie je de aanzichten van het prisma met enkele hoekpunten erbij aangegeven.
Het vooraanzicht is cm hoog. Hoe breed is de totale breedte van het vooraanzicht?
cm, namelijk de lengte van (bijvoorbeeld) . (Denk aan het voorgaande onderdeel, of kijk nog even terug als je niet meer weet waarom cm.)
Het zijaanzicht is ook cm hoog. Hoe breed is de totale breedte van het zijaanzicht?
cm, namelijk de lengte van (bijvoorbeeld) . (Denk aan het voorgaande onderdeel, of kijk nog even terug als je niet meer weet waarom cm.)
In welk aanzicht is een opstaand grensvlak op ware grootte getekend?
Alleen in het vooraanzicht.
Zet bij de aanzichten op het werkblad de letters op de juiste plek bij de hoekpunten.
Teken in de aanzichten het diagonaalvlak .
Het lichaam hiernaast is een regelmatige zeszijdige piramide . Alle zijden van het grondvlak zijn cm. Alle opstaande ribben zijn cm.
Bereken de hoogte van deze piramide.
Neem aan, dat het midden is van de cirkel door de hoekpunten van het grondvlak.
Dan kun je in de stelling van Pythagoras toepassen.
cm.
Teken een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht van deze piramide op schaal .
Zet de letters van de hoekpunten op de goede plaats in de aanzichten.
Welke opstaande ribben worden op ware grootte weergegeven? En in welk aanzicht?
Alleen de ribben en in het vooraanzicht.
Geef het getekende diagonaalvlak in de aanzichten weer.
Je ziet hier een drieaanzicht van een lichaam. De figuur staat ook op een werkblad.
Om wat voor lichaam gaat het hier?
Om een regelmatig driezijdig prisma.
Bij het zijaanzicht ontbreekt een afmeting. Hoe groot moet de hoogte ervan zijn?
De hoogte van het vooraanzicht is hetzelfde als de hoogte van het zijaanzicht.
In het vooraanzicht kun je die hoogte uitrekenen: .
De figuur krijgt de naam . Zet in de aanzichten de letters bij de juiste hoekpunten.

Je ziet hier een regelmatig driezijdig prisma . Dit lichaam is getekend als
Dit betekent dat evenwijdige lijnen ook evenwijdig worden getekend en dat lijnstukken die evenwijdig en even lang zijn ook evenwijdig en even lang worden.
Maar er is ook een
Deze kartonnen doos heeft de vorm van een vijfzijdig prisma. De voorkant en de achterkant zijn symmetrische vijfhoeken met twee rechte hoeken. De afmetingen vind je bij de figuur.
Teken een drieaanzicht van deze doos.
Van het bovenaanzicht weet je alle afmetingen, dus dat kun je meteen tekenen. Van het vooraanzicht weet je ook alle afmetingen en als je dan van de symmetrie gebruik maakt en de passer gebruikt voor de twee zijden van dm, dan kun je ook dat tekenen. Het zijaanzicht vind je door vooraanzicht en bovenaanzicht te combineren.
In
Teken dit drieaanzicht zelf op schaal .
Doen. Lees in het voorbeeld na hoe het vooraanzicht wordt getekend.
De figuur is een prisma . Hierin is vijfhoek het voorvlak, met dm en dm.
Zet de letters in je drieaanzicht op de juiste plek.
Bereken nu de hoogte van de voorkant van de doos, dus de hoogte van punt boven lijn in mm nauwkeurig.
is het midden van .
Gebruik de stelling van Pythagoras in .
De gevraagde hoogte wordt cm.
Bereken de grootte van in graden nauwkeurig.
zodat en .
Van een regelmatige vierzijdige piramide zijn alle ribben cm.
Teken een drieaanzicht van deze piramide.
Doen. Het bovenaanzicht is een vierkant van bij cm met daarin de twee diagonalen getekend als aanzicht van de vier ribben van de piramide. Voor het vooraanzicht en het zijaanzicht moet je (bijvoorbeeld) eerst de hoogte van de piramide berekenen waarin het snijpunt van en is. Ga na dat .
Zet de letters op de juiste plek bij de aanzichten. Laat je antwoord even controleren.
Je ziet hier het bovenaanzicht en het zijaanzicht van een veelvlak. Welk veelvlak betreft het en hoe groot is de totale oppervlakte van dat lichaam?
Dit betreft een vierzijdige piramide met een rechthoekig grondvlak.
Voor de totale oppervlakte van dit lichaam moet je de oppervlakte van het grondvlak en van de vier opstaande grensvlakken bij elkaar optellen.
De grensvlakken en zijn twee congruente gelijkbenige driehoeken met een basis van cm en een hoogte die je in het zijaanzicht op ware grootte ziet. Die hoogte is dus cm. De oppervlakte van elk van deze twee grensvlakken is cm.
De grensvlakken en zijn twee congruente gelijkbenige driehoeken met een basis van cm en een hoogte die je in het vooraanzicht op ware grootte ziet. Die hoogte is dus cm. De oppervlakte van elk van deze twee grensvlakken is cm.
Nu kun je de totale oppervlakte wel berekenen...
In
Hoe ziet het vooraanzicht van dit lichaam er uit? En waarom weet je dat zeker?
Een gelijkbenige driehoek met een basis van cm en een hoogte van cm. Dat kan niet anders omdat het lichaam een veelvlak is en er dus geen gebogen grensvlakken zijn.
Waarom is de hoogte van het vooraanzicht niet gelijk aan de hoogte van de driehoek ? Laat zien hoe je daarvan de hoogte berekend.
Dat staat in het voorbeeld. Merk nog op dat je die hoogte in het zijaanzicht kunt zien! Het is de linker van de twee gelijke benen van het zijaanzicht. Als je daar dan een hoogtelijn vanuit in tekent, dan kun je de hoogte van berekenen met de stelling van Pythagoras.
Bereken de totale oppervlakte van dit lichaam, zowel exact als in mm
De totale oppervlakte is cm
Van een veelvlak is het bovenaanzicht een gelijkzijdige driehoek met zijden van cm en het vooraanzicht een vierkant met zijden van cm.
Welk veelvlak is dit? Bereken er de totale oppervlakte van.
Dit is een regelmatig driezijdig prisma.
Alle drie de opstaande grensvlakken zijn vierkanten met een oppervlakte van cm
De twee gelijkzijdige driehoeken hebben een oppervlakte van cm
De totale oppervlakte is dus cm
Over het eind van een buis wordt ter afsluiting een kegelvormig kapje geplaatst.
Dit wordt gemaakt van buigbare kunststof.
Een zijaanzicht ervan zie je hiernaast, alle afmetingen zijn in mm.
Teken nu zelf een uitslag van deze kegel.
Elke kegel kun je vouwen uit een deel van een cirkel, een cirkelsector.
De straal van die cirkelsector is dan gelijk aan de lengte van een lijnstuk vanuit de top naar de grondcirkel. Die lengte bereken je met de stelling van Pythagoras:
mm.
Je begint daarom met een cirkel met een straal van mm.
Daar heb je maar een deel van nodig.
De boog die bij dat deel hoort moet even lang zijn als de grondcirkel van de kegel, dus mm.
De cirkel die je hebt getekend heeft een omtrek van mm.
Dus van de die bij een complete cirkel horen, heb je nodig.
Dit heet de sectorhoek van de cirkelsector.
Teken de uitslag van de kegel beschreven in
Maak je tekening op stevig papier en maak een extra plakrand. Vouw de kegelvorm en ga na dat hij klopt met de opgegeven afmetingen.
Maak de figuur zoals die in het voorbeeld, maar nu correct op schaal.
Meet na het vouwen van de kegel zowel de diameter van de grondcirkel als de hoogte na.
Controleer dat je ongeveer uitkomt op de opgegeven maten. (Denk aan de schaal!)
Je ziet hier het zijaanzicht van een lampekap met de vorm van een afgeknotte kegel.
Teken een uitslag van deze afgeknotte kegel.
De grondcirkel heeft een diameter van dm en de topcirkel een diameter van dm. Dat is gemakkelijk te tekenen.
Omtrek grondcirkel:
De cirkel waar de kegelmantel deel van is, heeft een straal van dm, dus de omtrek van deze cirkel is: . De sectorhoek wordt dan . Denk er bij het tekenen aan dat de kegel afgeknot is.
Je ziet hier een piramide waarvan het grondvlak een gelijkzijdige driehoek met zijden van cm is. De top ligt recht boven het midden van ribbe . De ribben en zijn allebei cm lang.
Teken een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht van deze piramide.
Zie figuur. Bereken eerst .
Bereken de lengte van ribbe .
Eerst bereken je .
En dan is cm.
Bereken de grootte van in graden nauwkeurig.
geeft .
Een veelvlak heeft als vooraanzicht een vierkant met zijden van cm en als zijaanzicht een gelijkbenige driehoek waarvan de basis ook cm is.
Teken het bovenaanzicht van dit veelvlak en bereken de oppervlakte van het veelvlak.
Het bovenaanzicht is een vierkant met zijden van cm. Lijnstuk verbindt de middens van en .
Omdat is de totale oppervlakte .
In het beeldenpark in Zwijndrecht staan verschillende beelden. Eén van die beelden is het beeld op de foto hieronder. De onderkant van het beeld dat op de sokkel staat, is een vierkant met zijden van cm. Het beeld is cm hoog en de lengte van de bovenkant is cm lang. Het vooraanzicht en het zijaanzicht zijn symmetrisch.


Teken een bovenaanzicht van dit beeld op schaal .
Teken eerst een vierkant van bij cm. Verbind dan de middens van de onderste en de bovenste zijde en laat deze lijn aan beide zijden cm uitsteken. Je krijgt dan deze figuur.
Het grondvlak van dit beeld is een vierkant . De bovenkant is een ribbe . In het vooraanzicht zie je de punten , en .
Bereken de lengte van ribbe in mm nauwkeurig.
Maak een schets van de figuur met de letters op de juiste plek. Neem aan dat het midden van is en dat op ligt met cm.
Je weet dan dat cm, de hoogte van het beeld.
Verder is . Daaruit volgt dat cm.
Als het beeld in de verf zou worden gezet, hoeveel cm
Het grondvlak hoeft niet, daar staat het beeld op. Het gaat daarom om de trapeziums en en de gelijkbenige driehoeken en .
Beide gelijkbenige driehoeken hebben een basis van cm en een hoogte van . Hun oppervlakte is .
De oppervlakte van één van beide trapeziums is .
De totale oppervlakte is daarom cm
Op de foto hieronder zie je kinderen spelen op een speeltoestel. Het speeltoestel is een constructie van metalen buizen waarin een net is gespannen. Op de tekening ernaast zie je de metalen constructie die bestaat uit vier even grote ruiten. Elke zijde van zo’n ruit is meter lang. Elk van die ruiten heeft bij het punt op de grond een hoek van . Alle verticale stippellijnen staan loodrecht op vierkant .

Teken een bovenaanzicht van de metalen constructie op schaal .
Merk eerst op dat m omdat gelijkzijdig is.
Noem het midden van en het midden van .
Dan is en dus is .
Vierkant heeft daarom zijden van cm.
Teken dat vierkant en verbind de middens van de overstaande zijden.
Bereken hoe hoog punt boven de grond zit, dus de lengte van in cm nauwkeurig.
Bekijk . Daarvan is en .
En dus is .
Bereken de grootte van .
Bekijk . Daarvan is en .
En dus is zodat .
Dit is een model van een achtkantig symmetrisch lichaam waarvan het grondvlak een vierkant is met zijden van cm en ook het bovenvlak een vierkant is. Alle opstaande grensvlakken zijn gelijkbenige driehoeken met ribben van cm.
Van deze achtkanter liggen alle hoekpunten van het bovenvlak recht boven de middens van de zijden van het grondvlak. Dat maakt alle aanzichten eenvoudig...
Bereken de zijden van het bovenvlak .
Alle zijden zijn cm.
Bereken de hoeken van .
geeft .
Vanwege de symmetrie is en .
Teken een drieaanzicht van deze achtkanter. Zet de letters van de hoekpunten op de juiste plaats in je figuur.
Zie figuur.
Stel je voor dat deze achtkanter massief zou zijn en moet worden geverfd. Hoe groot bedraagt dan zijn totale buitenoppervlakte?
cm
De uitslag van een kegel is een kwart cirkel met een straal van cm.
Hoe groot is de diameter en hoe hoog is het driehoekige zijaanzicht van die kegel?
De omtrek van de uitgesneden kwart cirkel is en is ook de omtrek van de onderste cirkel van de afgeknotte kegel. Die moet daarom een diameter van cm hebben.
De hoogte van het driehoekig zijaanzicht is cm.
Bouwtekeningen zijn tekeningen die worden gebruikt om iets te kunnen bouwen.
Dat kan een kastje, een toestel, een huis, een vliegtuig of wat dan ook zijn...
Vaak zijn bouwtekeningen aanzichten en plattegronden met veel details of opengewerkte tekeningen.
Hier zie je een

Bekijk de bouwtekening van de steenuilenkast.
In welke eenheid zijn alle afmetingen gegeven?
In millimeter.
Hoe kun je in de bouwtekening zien dat deze nestkast kan worden opengeklapt?
Er zijn scharnieren zichtbaar in het rechter zijvlak (als je van voren kijkt).
Hoe kun je zien dat deze nestkast een ingang heeft die bestaat uit twee schotten met gaten met een stuk open ruimte er tussen?
Je ziet dat in het bovenaanzicht (gestippeld) en in de twee 3D-tekeningen.
Bovendien staan er twee "vooraanzichten".
Teken zelf één zo'n schot op schaal .
Kijk goed naar de gegeven afmetingen en ook naar de plek van het invlieggat.
De twee delen van het schuine dak zijn nergens getekend. Welke vorm en afmetingen hebben die dakdelen?
Het zijn rechthoeken met een lengte van bijvoorbeeld mm (meer dan mm) en een breedte van mm (meer dan mm).
Waarom is hier het maken van een uitslag niet goed mogelijk?
Er is sprake van een tussenwand en van overstekende dakdelen.
Hier zie je een andere nestkast. Het voorvlak (met het aanvlieggat) is een rechthoek van cm bij cm. Het achtervlak is een rechthoek van cm bij cm. Het grondvlak is een vierkant. Het schuine bovenvlak is aan de voorkant cm langer dan nodig om het hokje dicht te maken. De invliegopening heeft een diameter van cm.
Maak een passend drieaanzicht op schaal .
Teken eerst het zijaanzicht. Uit de maten gegeven in de opgave, kun je afleiden dat het zijvlak cm breed, links cm hoog en rechts cm hoog is. Het dak is in het zijaanzicht cm lang. Teken daarna het vooraanzicht en het bovenaanzicht met behulp van het zijaanzicht . Deze aanzichten zijn cm breed. Teken stippellijnen vanuit het zijaanzicht om de hoogtematen te kunnen tekenen. Met deze hulplijnen zorg je ervoor, dat de maten van de aanzichten overeenkomen. Omdat het dak schuin loopt, zie je in het bovenaanzicht een dubbele rand.
Van een achtkantig lichaam is het grondvlak een vierkant met zijden van cm en het bovenvlak een vierkant met zijden van cm.
Alle zes de opstaande zijvlakken zijn gelijkbenige driehoeken met benen van cm lengte.
is het snijpunt van de diagonalen van en is het snijpunt van de diagonalen van .
staat loodrecht op zowel het grondvlak als het bovenvlak.
Bereken van deze achtkanter de hoogte in één decimaal nauwkeurig.
Dus cm.
In is nu de hoogte gelijk aan .
kan worden verschoven naar met op . Omdat is .
Dus .
Teken een drieaanzicht van deze achtkanter. Zet weer de letters van de hoekpunten op de juiste plaats in je figuur.
Zie figuur.
Hoe groot zijn de hoeken van de opstaande zijvlakken?
Er zijn zijvlakken van , en cm als zijden.
Die hebben hoeken van , en .
Er zijn zijvlakken van , en cm als zijden.
Die hebben hoeken van , en .
Stel je voor dat deze achtkanter massief zou zijn. Hoe groot is dan zijn totale buitenoppervlakte?
cm
cm
Het zijaanzicht van een kegel is een gelijkbenige driehoek met zijden van , en dm.
Hoe ziet een uitslag van deze kegel er uit? Geef ook de belangrijke afmetingen.
Een cirkelsector met een straal van en een sectorhoek van .
De diameter van de kegel is cm, dus de grondcirkel heeft een lengte van cm.
De cirkelsector (die de uitslag voorstelt) heeft een straal van cm en dus een omtrek van cm. Daarvan is maar het deel nodig, de sectorhoek is daarom .
De kegel wordt geschilderd, de bodem niet. Hoeveel bedraagt de buitenoppervlakte?
cm
cm