Rekenen en algebra — Rekenen 1 — Rekenen

decimale getallen handmatig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen;

rekenen met decimale getallen op de rekenmachine.

positieve en negatieve decimale getallen herkennen;

decimale getallen op een getallenlijn plaatsen en aflezen welk decimaal getal er bij een bepaalde plaats op een getallenlijn hoort.

Bekijk de kassabon.

Reken de kassabon handmatig na.

Doen.

Hoe kom je aan de prijs die je voor de netwerkkabel moet betalen?

euro.

Hoe bereken je het bedrag dat je van € 1000,= terug krijgt?

euro.

Je wilt weten hoeveel twee getallen samen zijn. Je moet de getallen optellen.
Je krijgt dan de som van deze getallen.

Je wilt weten hoeveel twee getallen verschillen. Je moet de getallen van elkaar aftrekken.
Je krijgt het verschil van beide getallen.

Bijvoorbeeld:

2,15+3,98=6,13

10-8,95=1,05

Optellen en aftrekken gaat gemakkelijk met je rekenmachine.
Let op: je moet wel een punt gebruiken in plaats van de decimale komma!

Optellen en aftrekken kun je ook met de hand uitvoeren. Je maakt dan gebruik van het tientallig stelsel.

Je kunt ook optellen en aftrekken met negatieve getallen.
Hieronder zie je hoe dit gaat.

Bereken uit het hoofd.

25+13

38

59-21

38

112+99

211

204-48

156

Vul in:

7+4=11, dus 11 is ... van 7 en 4.

11 is de som van 7 en 4.

7-4=3, dus 3 is ... van 7 en 4.

3 is het verschil van 7 en 4.

Bekijk in Uitleg hoe je twee getallen met de hand optelt en aftrekt.

Maak de volgende optellingen en aftrekkingen met de hand. Controleer je antwoord met de rekenmachine.

2531+395

2926

2531-395

2136

1543,9+56,73

1600,63

1543,9-56,73

1487,17

2607-9321

Doe 9321-2607 en neem het tegengestelde van het antwoord.

Het antwoord wordt -6714

Bekijk nog even in Uitleg hoe je met negatieve getallen rekent.
Bereken:

Wat kosten schriften van 1,25 samen?
Je moet vermenigvuldigen om het antwoord te vinden: .
Je krijgt dan het product van deze getallen.
Acht schriften kosten 10,00.

Hoeveel schriften van 1,25 kun je voor 15,00 kopen?

Je moet delen om het antwoord te vinden: .
12 is het quotiënt van 15 en 1,25. Je ziet dat voor delen het teken gebruikt wordt en niet langer de dubbele punt (mocht je dit gewend zijn).
Voor 15,00 kun je 12 schriften kopen.

Dergelijke vermenigvuldigingen en delingen kun je met je rekenmachine doen.

Maar je kunt ze ook met de hand uitvoeren.

Je kunt ook met negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.

Bij vermenigvuldigen en delen hebben getallen met hetzelfde teken een positieve uitkomst en getallen met verschillende tekens een negatieve uitkomst.

Bereken uit het hoofd.

260

26

-56

0,71

Vul in:

is ... van 7 en 42.

294 is het product van 7 en 42.

42/7=6, dus 6 is ... van 42 en 7.

6 is het quotiënt van 42 en 7.

Bekijk in Uitleg hoe je twee getallen met de hand vermenigvuldigt en deelt.

Maak de volgende vermenigvuldigingen en delingen met de hand. Controleer je antwoord met de rekenmachine.

24336

16

101439

351

39,9776

26

Je kunt met decimale getallen rekenen. De vier basisbewerkingen zijn:

optellen, je krijgt dan de som van beide getallen;

aftrekken, je krijgt dan het verschil van beide getallen;

vermenigvuldigen, je krijgt dan het product van beide getallen;

delen, je krijgt dan het quotiënt van beide getallen.

Je kunt deze bewerkingen zowel met de hand uitvoeren (zie voorbeelden) als met de rekenmachine.

Verder kun je zowel met positieve als negatieve getallen rekenen.

Hieronder zie je hoe optellen en aftrekken gaat.

Bij vermenigvuldigen en delen hebben getallen met hetzelfde teken een positieve uitkomst en getallen met verschillende tekens een negatieve uitkomst.

Bij het met de hand optellen en aftrekken van getallen met decimalen (cijfers achter de komma) moet je rekening houden met de plek van de decimale komma.

Hoe bijvoorbeeld 420,1-39,57 gaat zie je hiernaast.

Als je 39,57-420,1 handmatig wilt berekenen, dan doe je hetzelfde als hiervoor. Alleen doe je dan het tegengestelde van wat je wilt doen. Daarom geef je het antwoord een negatiefteken: 39,57-420,1=-380,53.

Bekijk nog even in Voorbeeld hoe je met negatieve getallen en decimalen rekent.
Bereken:

Je ziet hoe je decimale getallen met de hand vermenigvuldigt en deelt. Soms blijft er bij deling een rest ongelijk aan 0 over. Dat betekent dat je een getal overhoudt dat kleiner is dan het getal waar je door deelt, maar niet 0 is.

Bereken met de hand. Controleer je antwoorden met de rekenmachine.

Bereken het product van 3783 en 291.

1100853

Bereken het quotiënt van 3783 en 291.

13

Bereken het quotiënt van 2648 en 115. Hoeveel bedraagt de rest?

23 met rest 3

Sommige delingen komen uit als je tot achter de komma door gaat.

Soms moet je doorgaan tot achter de decimale komma om een deling te laten uitkomen. Bereken nu zelf met de hand

46,125

57,194

Doe de volgende optellingen en aftrekkingen met de hand. Controleer je antwoord met de rekenmachine.

341+1715

2056

341-1715

-1374

22,39-7,6

14,79

22,39--7,6

29,99

0,123+0,049

0,172

-0,123-0,049

-0,172

Je kunt 1264-913 ook uitrekenen door 913 aan te vullen tot 1264:
913+7+80+264=1264, dus 1264-913=7+80+264=351.
Bereken op deze manier:

2573-2412

2412+8+80+73=2573, dus 2573-2412=161.

6,72-5,38

5,38+0,02+0,60+0,72=6,72, dus 6,72-5,38=1,34.

Bereken met de hand en controleer je antwoord achteraf met de rekenmachine.

1645-797-418

430

1645+797-418

2024

1645-797+418

1266

1645+797+418

2860

Doe de volgende vermenigvuldigingen en delingen met de hand. Controleer je antwoord met de rekenmachine.

88434

34

73,036

7,6

-0,0615

-24,6

kun je met de hand uitrekenen door te doen.
Handiger is .

Licht deze handiger berekening toe.

dus .

Bereken op dezelfde manier .

Bereken met de hand.

Bereken met de hand en controleer je antwoord achteraf met de rekenmachine.

-6382,6

19646

2252

-3,75

Vul op de stippeltjes het juiste getal in:

0,025

-70

34

0,02

Hoe zit een binair getal in elkaar?
Eigenlijk zit er niet zoveel verschil met het tientallig stelsel. Daarin heb je achteraan de eenheden, daarvoor staan de tientallen, daarvoor de honderdtallen, enzovoort. Je vermenigvuldigt met machten van tien. Eén positie naar links is keer groter.
Elke positie verteld hoeveel je er van hebt, en bepaalt waar je mee moet vermenigvuldigen.
. ()

Bij een binair getal vermenigvuldig je met machten van .
Achteraan de eenheden, de positie ervoor is waard, daarvoor , en daarvoor , enzovoort.

Als je met verschillende talstelsel door elkaar werkt, dan kun je met subscript aangeven in welk talstelsel je zit.

Reken de volgende getallen uit het binaire (tweetallige) stelsel om naar tientallige stelsel.

Je kunt terugrekenen van tientallig naar binair door de hoogst mogelijke macht van er af te halen. Daarna zak je een factor en kijk je of je dat getal van de rest af kan halen. Gaat het niet dan schrijf je een op, ga je door met dezelfde rest, en verlaag je de factor weer met door twee te delen. Gaat het wel dan schrijf je een op, haal je de factor er af en met de nieuwe rest ga je verder.

Reken de volgende getallen van tientallig naar binair.

Probeer ook eens vanuit andere talstelsels om te rekenen naar tientallig.

Voer de volgende berekeningen eerst met de hand uit. Controleer ze vervolgens met je rekenmachine.

.

Bekijk de getallen ; ; en .
Doe de volgende berekeningen met de hand en controleer je antwoorden met een rekenmachine.

Bereken de som van deze getallen.

.

Bereken het positieve verschil van het tweede en het derde getal.

Bereken het product van het tweede en het derde getal.

Bereken het quotiënt van het derde en het eerste getal.

Vul op de stippeltjes het juiste getal in:

554

-6

Met AlgebraKIT kun je oefenen met het optellen en aftrekken met negatieve getallen. Je kunt telkens een nieuwe opgave oproepen. Je maakt elke opgave zelf op papier.
Met Toon uitwerking zie je het verder uitklapbare antwoord.
Met krijg je een nieuwe opgave.