het begrip procent (en promille) gebruiken
rekenen met percentages (en promillages).
rekenen met positieve en negatieve decimale getallen;
werken met verhoudingstabellen;
rekenen met breuken.
In het jaar 2000 gaf Nederland volgens het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) % van de totale uitgaven (overheid, bedrijven, instellingen en huishoudens samen) aan onderwijs uit.
Leg uit hoeveel euro per uitgave van € 100,00 besteed werd aan onderwijs.
Van elke € 100,00 die uitgegeven werd, ging € 5,50 naar het onderwijs.
% van € 100,00 is: deel van 100 euro, ofwel euro. Dus van elke € 100,00 die uitgegeven werd, ging € 5,50 naar het onderwijs.
Welk deel van elke euro van de totale Nederlandse uitgaven ging dat jaar naar het onderwijs?
deel
deel
Vroeger gaven scholieren minder geld uit dan nu. In 1984 gaven ze gemiddeld € 53,00 per maand uit. Er kwam toen gemiddeld € 103,00 per maand binnen. In de loop van de jaren is dit veranderd. De gemiddelde totale uitgaven waren enkele tijd geleden € 100,00 per maand tegenover € 144,00 aan inkomsten. In 1984 hield een scholier aan het einde van de maand dus een groter deel van zijn inkomen over dan tegenwoordig het geval is. De gemiddelde prijsstijging in deze tijd is 63%. Anno nu zou een scholier uit 1984 dus € 86,00 uitgeven. Jongeren van nu besteden beduidend meer, terwijl hun inkomsten niet evenredig zijn toegenomen met de prijsstijgingen. |
In 1984 gaf de gemiddelde scholier € 53,00 per maand uit. Hoeveel hield een scholier in dat jaar dan maandelijks over?
€ 50,00
Ontvangsten: € 103,00. Uitgaven: € 53,00.
euro
Hoeveel houdt een scholier tegenwoordig gemiddeld maandelijks over?
€ 44,00
Ontvangsten: € 144,00. Uitgaven: € 100,00.
euro
Is dat naar verhouding even veel?
Nee: is meer dan .
Je gaat na of groter of kleiner is dan . Je kunt dat op verschillende manieren doen:
50 | |
103 |
44 | 11 | |
144 | 36 |
Je ziet dat groter is dan .
en
Bij alle drie de methodes zie je dat de verhoudingen niet evenveel zijn, want is meer dan .
naar: nationaal scholieren onderzoek Nibud

Het Latijnse
Dat is deel van het totaal. Je schrijft: .
Dus % van is deel van . Dat is of .
En % van is deel van . Dat is of .
% van is .
%, %, % en dergelijke zijn percentages.
|
100 | 1 | 12 |
|
500 | 5 | 60 |
Op de vraag welk percentage is van , is het antwoord: %. Dit kun je met een verhoudingstabel uitrekenen, in dit geval via .
Veel gebruikt wordt ook promille, dat is op de . Het teken daarvoor is ‰.
‰ is een promillage van . ‰ van is .
% komt overeen met deel.
Met welk deel komt % overeen?
Bereken % van .
Laat zien dat % overeenkomt met deel.
Waarom is % niet precies gelijk aan deel? Is het meer of minder?
en
Dus % is iets minder dan deel.
Bereken.
% van .
% van is
% van is
‰ van € 68,00.
, dus € 0,82.
Hoeveel procent is van de ?
en %.
Van welk bedrag is
Bijvoorbeeld met een verhoudingstabel en via rekenen:
|
45 | 2,25 | 225 |
|
20 | 1 | 100 |
Dus van
Meer dan % komt ook voor. De inkomsten per maand van een twaalfjarige scholier bedroegen enige tijd geleden gemiddeld € 49,00. Van een achttienjarige scholier was dit € 358,00.
Hoeveel procent bedragen de inkomsten van een achttienjarige ten opzichte van die van een twaalfjarige?
dus dat is %.
dus dat is %.

getal | 125 | | 50 |
procent | 100 | 1 | ? |
Bij het rekenen met procenten kun je werken met verhoudingstabellen.
Daarin bereken je bijvoorbeeld welk
%.
Je gebruikt procenten vooral om te vergelijken.
Het is niet eenvoudig om te zeggen of van de een groter
of kleiner deel is dan van de .
Wanneer je berekent hoeveel procent van de is
(%) en hoeveel procent van de is (%), dan kun je het antwoord zo geven.
‰ is een
Wat is meer: van de of van de ?
aantal | 53 | 23 |
procent | 100 | ? |
Je kunt werken met een verhoudingstabel: %.
Of je deelt: , dus is het %.
aantal | 64 | 31 |
procent | 100 | ? |
Je kunt werken met een verhoudingstabel: %.
Of je deelt: , dus is dit %.
Conclusie: van is meer dan van .
Wat is naar verhouding meer?
van de of van de
van de .
% en dat is meer dan .
is dus meer.
% of deel
%
% en dat is minder dan %.
Dus % is meer.
Jaap spaart maandelijks € 18,00 van zijn € 55,00 inkomsten. Zijn oudere broer Willem heeft maandelijks € 125,00 aan inkomsten en spaart € 40,00 euro per maand.
Wie spaart naar verhouding het meest?
Jaap: dus ongeveer %.
Willem: dus %.
Jaap spaart naar verhouding het meest.
Ooit was al ons gas om te koken en het huis te verwarmen afkomstig uit
Nederland, maar tegenwoordig wordt ook gas uit het buitenland gekocht. In
2013 was % van het gebruikte gas afkomstig uit Nederland. Dit was samen
miljard m
miljard m |
38,7 | ? |
procent | 63 | 37 |
Het buitenland leverde %.
Met een verhoudingstabel:
miljard m
Een basketballer heeft van de zestien doelpogingen veertien keer gescoord.
Hoe hoog is zijn scoringspercentage?
%
%
Bekijk de voedingswaardetabel van karnemelk per portie van 150 gram.
Voor hoeveel procent bestaat deze karnemelk uit water?
%
%
Hoeveel procent vet bevat de karnemelk?
%
%
Bij het werken met procenten gaat het vaak om:
Percentage erbij: Een winkelier koopt zijn artikelen voor een bepaalde inkoopprijs. Hij wil ze verkopen voor een verkoopprijs die bijvoorbeeld % hoger ligt. Hij moet dan bij elk artikel % van de inkoopprijs optellen, ofwel de inkoopprijs met vermenigvuldigen.
Percentage eraf: Een winkelier doet bepaalde artikelen in de uitverkoop. Van alle verkoopprijzen gaat bijvoorbeeld % af, ofwel hij moet de inkoopprijs met vermenigvuldigen.
Wil je weten met hoeveel procent een hoeveelheid gestegen of gedaald is?
Als bijvoorbeeld de temperatuur van water van
graden naar graden stijgt, is de stijging graden. Dat is een stijging van %.
Bereken de nieuwe prijs of het nieuwe bedrag.
Je koopt een fiets van € 650,00 en krijgt % korting.
€ 568,75
Je moet % betalen. Dit is:
bedrag | 650 | ? |
procent | 100 | 87,5 |
euro
De contributie van de tafeltennisclub is € 120,00 per jaar en wordt met % verhoogd.
€ 126,00
Je moet nu % betalen. Dit is:
bedrag | 120 | ? |
procent | 100 | 105 |
euro
Sinds 1960 is de prijs van benzine met ongeveer % gestegen. Toen kostte liter benzine € 0,54.
€ 1,512
Benzine kost nu % van de oude prijs.
bedrag | 0,54 | ? |
procent | 100 | 280 |
euro
Je haalt van een bedrag eerst % af en doet er dan weer % van het nieuwe bedrag bij. Laat met een berekening zien of je weer hetzelfde bedrag hebt gekregen.
Nee, bijvoorbeeld .
Bereken het percentage.
Hoeveel procent is deel?
%
%
Hoeveel procent is van de ?
%
%
Hoeveel procent is € 3,50 van € 21,00? Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.
%
bedrag in € | 21 | 3,5 |
procent | 100 | ? |
%
Een bedrag neemt af van € 125,00 naar € 100,00. Hoeveel procent is de korting?
%
De korting is euro.
bedrag in € | 125 | 25 |
procent | 100 | ? |
%
Een bedrag neemt toe van € 100,00 naar € 125,00. Hoeveel procent is de toename?
%
De toename is euro.
bedrag in € | 100 | 25 |
procent | 100 | ? |
%
Bereken het bedrag.
Hoeveel is % van € 1000,00?
€ 40,00
bedrag in € | 1000 | ? |
procent | 100 | 4 |
; € 40,00
Een bedrag van € 1,34 wordt met % verhoogd. Bereken de nieuwe prijs.
€ 1,50
Het bedrag neemt toe van % naar %.
bedrag in € |
1,34 | ? |
procent | 100 | 112 |
; € 1,50
Een bedrag van € 24,65 wordt met % verlaagd. Bereken de nieuwe prijs.
€ 17,75
De prijs verandert van % naar %.
bedrag in € | 24,65 | ? |
procent | 100 | 72 |
; € 17,75
Een bedrag is met % verhoogd en is nu € 127,50. Bereken de oude prijs.
€ 115,91
De prijs is nu %.
bedrag in € | 127,50 | ? |
procent | 110 | 100 |
; € 115,91
Een bedrag is met % verlaagd en is nu € 40,80. Bereken de oude prijs.
€ 53,68
De prijs is nu %.
bedrag in € | 40,80 | ? |
procent | 76 | 100 |
; € 53,68
Bereken.
Je krijgt deel van € 140,00. Hoeveel procent is dat? Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.
28,6%
aantal | 7 | 2 |
procent | 100 | ? |
Een trui is afgeprijsd van € 39,00 voor € 34,50. Hoeveel procent is de korting? Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.
%
De korting is euro.
bedrag in € | 39,00 | 4,50 |
procent | 100 | ? |
De korting bedraagt 11,5%.
Een telefoonabonnement is duurder geworden, van € 15,00 naar € 18,00. Hoeveel procent is het duurder geworden?
%
Het is euro duurder. Dit is:
bedrag in € | 15,00 | 3,00 |
procent | 100 | ? |
Het abonnement is % duurder.
Het water van de Rijn verdeelt zich als het Nederland binnenkomt over meerdere rivieren. Eerst gaat % van het water naar de Waal en % naar het Pannerdensch Kanaal. Dat kanaal splitst zich vlak voor Arnhem, waarbij % van het water naar de Nederrijn stroomt en % naar de IJssel.
Hoeveel procent van het Rijnwater stroomt door de IJssel?
%
%
In het Ruhrgebied in Duitsland wordt het water van de Rijn vervuild doordat er een bepaalde hoeveelheid kleurstof wordt geloosd. Onderzoekers schatten dat kilogram van die kleurstof in de IJssel terecht is gekomen. Hoeveel kilogram kleurstof is er geloosd?
kilogram.
kilogram is % (zie a).
Dus % is kilogram. En dus is % gelijk aan kg. Dus er is kg geloosd.
Marianne is met haar vriendin Anneke aan het winkelen. Op een gegeven moment komen ze langs een winkel met aanbiedingen. Daar stormen ze meteen naar binnen.

Marianne ziet een trui van € 49,98. Wat gaat die trui kosten met deze korting?
€ 37,49
euro
Anneke koopt twee spijkerbroeken met een winkelprijs van elk € 51,75. Wat betaalt ze daarvoor?
€ 82,80
euro
Marianne ziet een blouse waarop % korting staat. De winkelprijs is € 33,50 en ze moet er € 27,00 voor betalen.
Klopt het kortingspercentage wel?
Nee, ze krijgt nu maar % korting.
%. Ze krijgt dus 19,4% korting in plaats van 20%.
Je koopt een fiets van € 650,00 voor € 600,00. Hoeveel procent korting krijg je dan?
Bereken dit percentage door eerst de korting in euro's te berekenen.
Ongeveer % korting
euro korting, dat is % korting.
Bereken dit percentage door rechtstreeks met de bedragen en te rekenen.
, dus . In woorden: is % van dus % minder.
Je zus koopt een elektrische scooter. De winkelier verkoopt deze voor € 2250,00. Dit is
de prijs zonder btw (dat heet exclusief btw). Hij moet % btw rekenen: de scooter kost
daarom % meer. Hij kost dan:
euro inclusief btw.
Meestal zet de winkelier de prijs al meteen inclusief btw op het artikel. Je koopt een fiets en je betaalt € 900,00 inclusief % btw. Hoeveel btw heb je dan betaald?
De winkelier heeft de verkoopprijs berekend door de prijs zonder btw te vermenigvuldigen met .
De prijs zonder btw krijg je dus terug door te delen door :
euro.
De btw is:
euro.
Je kunt ook met een verhoudingstabel via rekenen.
Denk erom dat je nu
Bekijk de rekenvoorbeelden met btw hierboven.
Voor een fiets betaal je € 650,00, exclusief % btw.
Hoeveel betaal je voor deze fiets inclusief btw?
euro
euro
Voor een koelkast betaal je € 677,60, inclusief % btw.
Hoeveel euro bedraagt de btw?
De btw is € 117,60.
% is € 677,60 dus % is euro.
De btw is % dus € 117,60.
Hoeveel kost deze koelkast zonder btw?
De prijs exclusief btw is %, dus € 560,00.
Methode 1: prijs excl. btw is euro.
Methode 2: prijs excl. btw is euro.
In de horeca bestaat ook het lage btw-tarief van %.
Dat tarief geldt voor het leveren van voedsel en (niet-alcoholische) dranken.
Je eet in een restaurant een maaltijdsalade met een glas bubbelwater. Dat kost je € 8,75 inclusief btw.
Hoeveel bedraagt de prijs exclusief btw?
€ 8,25
€8,75 is %, dus de prijs exclusief btw is euro.
Bij een loterij worden loten verkocht.
Er zijn twee eerste prijzen van € 35,00, drie tweede prijzen van € 25,00 en vier derde prijzen van € 5,00.
% van de inkomsten wordt uitgekeerd aan prijzen.
Wat kost een lot? Rond af op cent.
€ 1,50
Prijzen: euro, en dat is %.
15% | 5% | 100% |
€ 165 | € 55 | € 1100 |
euro
Hoeveel promille van de inkomsten wordt er aan derde prijzen uitbetaald?
‰
Derde prijzen: euro, dat is ‰
Je kunt in de uitverkoop sneakers kopen voor € 125,00 met % korting of voor € 150,00 met % korting. Hoeveel procent prijsverschil hebben - na aftrek van de korting - de duurste sneakers ten opzichte van de goedkoopste?
Ongeveer %
%. Het prijsverschil is dus ongeveer %.